22 december 2010
Om 09.00 zit ik aan het ontbijt, in mijn hotel met uitzicht over de hoofdstad. Het is heerlijk weer, 20 graden. Vandaag ga ik naar Marrakech.
Eenmaal in Marrakech aangekomen begin ik te begrijpen waarom deze oude stad ‘de rode stad’ wordt genoemd. De stadsmuren en veel gebouwen hebben een rode gloed. In Marrakech krijg ik een rondleiding door de stad samen met een ander groepje toeristen. De mensen die we onderweg tegen komen groeten ons heel vriendelijk. We lopen door smalle straatjes waar ze van alles verkopen. Daarna gaan we met de hele groep naar een moskee. Deze moskee word beschouwd als het symbool van Marrakech.
Tegen 7 uur is de tour afgelopen en kunnen we lekker ons eigen gang gaan. Ik besluit met nog vijf mensen wat te gaan eten. Tegen half negen word het al aardig schemerig. Van een afstandje hoor ik muziek, of iets wat er op lijkt. Het komt van het plein 100 meter verder op, Djemaa el-fna.
Na het eten loop ik richting het muziek. Ik kom uit op een heel groot plein met heel veel mensen. Ik loop langs verschillende eetstalletjes. Na een tijdje lopen blijf ik staan bij een tent met een oud vrouwtje, een waarzegster. Ik loop naar binnen en op haar beste engels probeert ze mijn toekomst te beschrijven. Na een kwartiertje kom ik weer naar buiten. Tegenover de tent zie ik een man die op een fluit speelt, waardoor er een slang uit een mand tevoorschijn komt. Ik blijf een tijdje staan kijken, geef de man wat geld, en loop weer verder. Ik kom langs dansers en acrobaten. Daarnaast staat een man die verhalen verteld, niet dat ik er wat van kan verstaan, maar toch leuk om er even naar te luisteren.
Hierna keer ik weer terug naar het hotel, samen met nog een groepje van 10 mensen die in hetzelfde hotel zitten. Terug in het hotel douche ik me en ga dan slapen. Morgen vertrek ik met het vliegtuig naar Egypte!